Vrijdag 9 augustus 2024: Van Goes naar Bruinisse
Het ontbijt is bij dit hotel niet in de vorm van een buffet. We krijgen een kistje met verschillende soorten broodjes en beleg er in. Een dame van de bediening vraagt wat we bij het ontbijt willen drinken. Ze heeft veel werk aan mij: melk, jus d'orange en koffie.
Even later zitten we op de fiets. Het weer is minder vandaag. Het is weliswaar redelijk warm maar het miezert. En daar kun je goed nat van worden. Onderweg zien we verschillende bouwwerken. Dit ding herken ik nog wel. Dat is gewoon de molen van Goes
Maar wat dit onderstaande ding is? Geen flauw idee. Het staat even buiten Goes in een weiland.
|
Misschien een ruimtecapsule geland op Aarde afkomstig van een beschaving far, far, away? |
Even verderop zien we er nog eentje in een weiland staan.
|
"ET phone home " |
|
Hier is het ruimteschip al weer opgestegen. |
We zien elders nog andere bijzondere bouwwerken. Dit lijkt wel een tractor.
Het miezert ondertussen wat harder. Nog steeds te weinig om een jas aan te doen. Dat zou met de temperatuur van vandaag te warm worden. We rijden op een tweezijdig fietspad langs de A256. Het is een heel drukke weg. We zien veel buitenlandse auto's, vooral Duitsers en Belgen. In de buurt van Colijnsplaat schuilen we even in een tunneltje.
Even overwegen we om naar Colijnsplaat te fietsen om daar ergens koffie te drinken, maar we willen niet het risico nemen om daar voor een dichte deur te staan en besluiten om door te fietsen naar Zierikzee
|
Nog 16 km naar Zierikzee; op de fiets in de miezerregen zonder jas. |
Dan is het tijd om de Zeelandbrug op te gaan.
Ik besluit op een gegeven moment om toch maar een jas aan te doen. Het miezert me nu wat net te hard. Die jas aandoen had ik veel eerder moeten doen. Ik heb namelijk de jas namelijk nog maar net aan of de miezerregen neemt af. Komt natuurlijk omdat ik mijn jas heb aangedaan. Even later doe ik mijn jas maar weer uit.
|
Hier heb ik de jas nog aan. |
|
Het fietspad is nog wel nat. |
Iets na elf uur komen we in Zierikzee aan. Bij de haven van Zierikzee zoeken we een café-restaurant op om weer wat op temperatuur te komen en om een cappuccino te drinken.
Als we opgewarmd zijn, is het tijd om Zierikzee te verkennen. Net zoals veel andere steden in Zeeland is ook Zierikzee een oud stadje met leuke straatjes en huizen.
Ik heb één huis uit Zierikzee op mijn huizenprojectlijstje staan. Eentje uit 1782. Als we bij het adres zijn, zien we het huis en het jaartal echter niet. Wat blijkt, we staan er pal voor. Alleen stonden we onder de luifel en tja, dan zie je het jaartal niet.
|
1782; had ik nog niet. |
Elders in Zierikzee zien we nog dit huis. Het staat niet op mijn lijstje. Het heeft dan ook geen jaartal op het huis, wel een informatiebordje. En wat blijkt, dit is het oudste huis in Zeeland. Dit koopmanshuis stamt uit de veertiende eeuw, uit dertienhonderd zoveel. Van buiten ziet het er nog heel oud uit, van binnen is het vernieuwd. De gemeente Zierikzee heeft het vorig jaar gekocht. Er schijnen nu plannen te zijn om er een wereldwinkel en zes appartementen voor één- tot tweepersoonshuishoudens onder de sociale huurgrens in te brengen.
|
Het oudste huis van Zeeland; Brugse stijl volgens het informatiebordje naast de voordeur. |
|
Mijn oog voor detail ziet deze mooie ijsco in Zierikzee. |
We verlaten Zierikzee en fietsen via de Zeeuwse Wind Mee route naar het Watersnoodmuseum aan de Weg van de Buitenlandse Pers 5 in Ouwerkerk
In de verte zien we de Zeelandbrug liggen waar we vanochtend in de miezerregen over heen zijn gefietst.
Om 1 uur komen we bij het museum aan. Eerst nuttigen we een lunch in de naast gelegen brasserie, daarna bezoeken we het museum, waarin de watersnoodramp van 1953 wordt herdacht.
|
Monument bij het Museum |
Het museum is gevestigd in oude caissons die zijn gebruikt bij het dichten van de dijken en dammen.
|
Het museum |
Het is een indrukwekkend museum. Met zowel aandacht voor het algemene verhaal als voor de vele persoonlijke verhalen. Lees maar eens dit verhaal over Leen Bolijn en zijn moeder
|
Ik hoorde deze twee oude mannen praten. Ze hadden de ramp meegemaakt en lazen hier krantenartikelen uit 1953 over hun dorp. Best wel ontroerend. |
|
In deze ruimte werden namen geprojecteerd van mensen die zijn omgekomen bij de ramp. Er naast stond een soort pc waar je een naam kon aanklikken, waarna je het verhaal van die persoon tijdens de watersnoodramp hoorde. |
|
Ook de opbouw na de ramp komt er aan de orde. Dit is een replica van één van de houten huizen die Zweden na de ramp schonk. |
Al met al vind ik het een indrukwekkend museum, aanbevelingswaardig.
Om nog een stukje van Schouwen-Duiveland te bekijken fietsen we vervolgens naar Dreischor. Dat is een klein dorp met een kerk en ook wat zeventiende- en achttiende-eeuwse panden.
Ook heeft Dreischor een brandweerkazerne met daarop het jaartal 1953. Die zal waarschijnlijk gebouwd zijn vlak na de watersnoodramp, wellicht ter vervanging van een tijdens de ramp verloren gegane brandweerkazerne?
|
De brandweerkazerne uit 1953. |
Ook is er in Dreischor een historische muurschildering te zien en wel eentje uit 1907, waarin reclame voor SOLO, 'kunstboter', wordt gemaakt. Niet echt mooi maar wel historisch.
Dan is het tijd om naar Bruinisse te fietsen, waar we een kamer hebben gereserveerd in Hotel Bru. Maar eerst stoppen we nog even bij Museumboerderij Goemanszorg in Dreischor. Niet voor het museum - de thema's zijn volgens hun Facebookpagina: 'de ontwikkelingen van de streek (het eiland Schouwen-Duiveland) en landbouw in vroeger tijden: vlasteelt, meekrap en het Zeeuws trekpaard.'; dat spreekt ons nou niet direct aan - maar voor hun terrasje. Het is ondertussen behoorlijk warm geworden en we hebben wel trek in een koel drankje.
We fietsen vervolgens linea recta naar Bruinisse. Links een dijk; daar ligt vast water achter; rechts boerenland.
Om kwart voor zes arriveren we bij het hotel. Er is niemand te zien.
|
Hotel Bru |
Als we bij het hotel aanbellen reageert er niemand. Dat is lekker. We bellen vervolgens het nummer dat op hun site staat. We krijgen een bandje waarop staat dat ze na half zes niet meer bereikbaar zijn. Ja en nu? We lopen daarom naar een vlakbij gelegen restaurant (links op bovenstaande foto) om te vragen of ze weten hoe we de eigenaar kunnen bereiken. Als we daar zijn zien we dat het restaurant bij het hotel hoort. We kunnen daar inchecken. Tja, een briefje bij de hoteldeur dat je bij het restaurant moet zijn, was wel handig geweest.
Enfin, we krijgen twee sleutels mee: één voor het fietsenhok achter het hotel en eentje om de voordeur en de kamerdeur te openen. Die sleutel is wel heel speciaal.
|
Het is een soort magneetje. Nog nooit zo'n kamersleutel gezien. |
Als we onze spullen op de kamer hebben gezet, lopen we even later naar het restaurant. Het is niet goedkoop, maar vooruit. Het blijkt al echter helemaal vol te zijn en voorlopig komt er geen tafeltje vrij denken ze. Misschien na acht uur. Daar gaan we niet op wachten en we lopen verder het dorp in. Op een pleintje zien we een grote rij staan voor een soort friteszaak. Dat maar niet. Even verderop zit een pizzeria. Ze hebben nog een tafeltje voor twee - je kan er ook afhalen - en het eten (een Pizza Hawaï voor mij, mmm) valt niet tegen.
|
Onze pizzeria. Er halen veel 'locals' eten af; dat is altijd een goed teken. |
|
En ook een vrolijke menukaart! |
|
Zo staat het nog op de menukaart en zo ligt het op ons bord. |
Na deze eenvoudige doch voedzame maaltijd - voor minder dan de helft van de prijs van het eten bij het restaurant bij ons hotel - lopen we terug naar ons hotel. Morgen verlaten we Zeeland. We fietsen dan naar Goeree-Overflakkee en dat behoort niet tot Zeeland maar tot Zuid Holland. Wist u dat wel?
De gereden route van vandaag: Van Goes naar Bruinisse: 54,50 km
Geen opmerkingen:
Een reactie posten